Je reed langs me in je witte bestelbus en veranderde voorgoed mijn dag. Met je grijze haren die glommen van trots. Met je glimlach die boekdelen sprak. Met je ogen die zoveel meer hebben gezien dan die van mij.
Je zou achterover in je tuinstoel kunnen genieten van de rust en van de vogels om je heen. Maar dat is niets voor jou. Jij staat elke morgen nog om stipt 07.00 naast je bed om je plicht te vervullen. Om je grijzen haren te laten glimmen van trots. Om jouw steen voor de zoveelste keer bij te dragen.
Jouw blik kruiste vanochtend die van mij.