Ik raak in de war van Valentijn. Ik weet namelijk nooit precies bij welk team ik hoor. Elk jaar slaat de twijfel weer toe. Vind ik Valentijn een commerciële grap van de oververhitte consumptiemaatschappij, een slinkse machtsuiting van de vrouw naar de man of vind ik het een prachtige dag waarin de liefde zege viert? Als ik ’s ochtend ontwaak met het beeld van rode rozen en de geur van verse jus, zal ik de laatste zijn die je hoort klagen. Als geen bericht of ballon mijn kant op komt evenmin.
Vanmiddag had een jongen, die naast mij stond op de pont van Noord naar Centraal stond, zijn (zo leek het) beste vriend aan de telefoon. Ik hoorde hem zeggen “Ja man, zij wil natuurlijk de hele avond met me chillen, maar fack die shit mattie”. Je begrijpt, de romantiek vloog me om de oren. Hij stelde zijn vriend voor om samen een flinke pot bier te gaan drinken. Geef hem eens ongelijk, je moet ergens compenseren. Het daadkrachtige besluit van mijn mede-pont-bevaarder zette mij aan het denken.
De druk die op deze dag is komen te liggen is te hoog. Veel te hoog. Doe je er wel of niet aan, het is nooit goed. Je voelt je schuldig, een commercieclown, vergeten of ontdaan van je testikels. De centrale vraag: hoe zijn we hier in vredesnaam geraakt? Nieuwschierig naar de historische aard van deze dag vol verwarring, uh, liefde, raadpleegde ik de alwetende Google.
In 496 werd 14 februari voor het eerst benoemd tot Valentijnsdag. Daarna slaat de twijfel alom toe.
Twee Christelijke martelaars genaamd ‘Valentinus’ zijn op deze datum jarig (ha, de ironie), maar dat schijnt er verder weinig mee te maken te hebben. Daarnaast gold deze dag bij de Romeinen als belangrijke dag voor de vrijgezellen om hun levenspartner door middel van een loting te ontmoeten. Valentijdsdag als afgeleide van de vruchtbaarheidsdag. Dit werd later afgeschafd door de kerk. Een andere verklaring is dat we de dag hebben te danken aan de, later onthoofdde, Priester Valentinus die met zijn liefdesbrief een blinde weer liet zien. Tot slot schijnen vogels op deze dag te gaan paren, dus kan de mens natuurlijk niet achterblijven. We zijn tenslotte ook maar dieren. Je ziet, het verhaal klopt van geen kant.
Conclusie: we weten niet helemaal zeker waar het feest vandaan komt en weten na zo’n tweeduizend jaar ook nog steeds niet helemaal waar het naartoe moet. Ik weet nog steeds niet bij welk team ik hoor, maar ik vind het een vermakelijk stuk theater waarbij ik graag jaarlijks op de eerste rij aanschouw.
Voor de oplettende lezer. Het feit dat ik op Valentijnsavond dit stukje schrijf verraadt natuurlijk ernstig de invulling van mijn Valentijnsdag.